Naast het sluiten van kringlopen werken we aan het stimuleren van biodiversiteit. Er komt meer nadruk op wilde planten en dieren die, wanneer we onze stedelijke omgeving vergroenen, prima kunnen gedijen.
We zijn hier al een tijdje mee bezig en werken gestaag aan verdere uitbreiding door:
- nest- en verblijfkastjes op te hangen voor (roof)vogels en vleermuizen
- houtwallen en rommelhoekjes aan te leggen (voor wezels, bunzingen, marters, knaagdieren als konijnen en muizen)
- veel planten in de moestuinen te laten bloeien voor we ze oogsten (in de bloemen zit vaak nectar voor bijen en vlinders)
- een insectenhotel met egelwoninkje te bouwen
- in de toekomst een waterpartij voor kikkers, padden, salamanders te ontwerpen
- minder ‘onkruid’ te wieden (vaak zijn dat ook bijenplanten en vormen ze ‘groene routes’ voor kleine diertjes)
- bijenkasten in de bijenhoek te onderhouden